Vorige week geen rubriek in verband met het Paasweekend, maar dat maakt het krantenbericht dat we deze week oprakelen niet minder actueel. Eind maart dit jaar verrees er een uitzichtpunt bij het Peinder ‘Baayersplak’ aan de Leijen. Op de Facebookpagina ‘Doaprskrante It Brechje’ vindt u en kort berichtje hierover met enkele foto’s; bekijk hier een Youtube-filmpje van de eerste paal die de grond in wordt geheid.
Omtrent dit kleine strandje aan de zuidkant van De Leijen speelt al ruim 80 jaar het nodige aan (gewenste) ruimtelijke ontwikkelingen. In het boek ‘Tussen Leijen en Legauke’ schrijven Harm en Foppe Kielstra er een aantal pagina’s over (blz. 111-117). Te beginnen in de jaren ’30 van de vorige eeuw, toen er voor het eerst plannen werden gemaakt om een badgelegenheid (met badpaviljoen!) in te richten bij het toen nog simpele strandje. Onderstaand artikel uit 1937 vormt het bewijs. In 1941 komt de zwem- en badgelegenheid gereed, exclusief paviloen, maar inclusief een smal pad er naar toe. In de jaren erna blijken de problemen echter legio: van bloedzuigers en rietstengels tot jongelui die gluurgaatjes maken in de badhokjes.
Na de oorlog gaat de Baayerssoap door. In 1958 rijzen er in de vergadering van het Dorpsbelang opnieuw plannen voor een verbeterde zwemgelegenheid. Alle partijen lijken enthousiast en de Peinder wethouder T.W. Blauw zet zijn handtekening, maar uiteindelijk blijkt de grondaankoop de bottleneck. De ruilverkaveling in de jaren ’60 verhelpt dit niet, maar maakt wel de aanleg van een recreatief fietspad mogelijk dat er nu nog altijd ligt. Ook in de nieuwste eeuw blijft de discussie en de dynamiek: er komt een reeks kunstmatige eilandjes aan de zuidkant van De Leijen en het strandje wordt vernieuwd en verbreedt. Het uitzichtpunt is voorlopig de laatste mijlpaal in de biografie van het Baayersplak.