In Opeinder Courant #9 en Dorpsatlas #9 ging het over Johannes Siebinga als archeoloog en over de vondsten die hij deed. In het slotstuk van dit Siebinga-drieluik gaat het over dokter, verzetsheld en Peinder Siebinga, geboren op 9 mei 1898 in buurtschap De Haar onder Marum. In zijn jeugd speelde hij achter de ouderlijke boerderij op heuvels, waarvan hij later ontdekte dat het grafheuvels uit de Steentijd waren. Met de in 1924 verworven bul in de tas begint de jonge dokter zijn loopbaan als invaller voor de huisarts op Schiermonnikoog. In het gebied ten noorden van Drachten was nog geen huisarts was gevestigd. Daar, in Opeinde, vestigde zich in mei 1925 een huisarts die later zoveel méér dan alleen dokter blijkt te zijn. In afwachting van een eigen woning met praktijk bood de herberg van Opeinde ruimte voor een tijdelijke spreek- en behandelkamer. De dokter had een groot gebied onder zijn hoede: zijn patiënten kwamen uit een gebied dat zich uitstrekte van Earnewâld tot Houtigehage. Hij hield daarom ook spreekuur in Oudega en in Rottevalle.
De Tweede Wereldoorlog sloeg ook toe in het gezin Siebinga. Als arts raakte hij al snel betrokken bij het verzet. Uiteindelijk kon hij de Duitsers niet ontlopen. Tegen het einde van de oorlog hij gearresteerd en overgebracht naar kamp Schwarzer Weg bij Wilhelmshaven. Daar maakte zich zeer verdienstelijk voor zijn medegevangenen. In 1983 is hem postuum het Verzetsherinneringskruis toegekend. Wanneer de dokter op 14 mei 1965 zijn 40-jarig jubileum als huisarts viert valt hem een groots onthaal te beurt, maar stoppen met zijn werk kan en wil hij niet. Wreed breekt een noodlottig ongeval op 25 februari 1969 het bruisende leven van een zeer actieve en geziene inwoner van Opeinde.
Bron: lezing van Douwe de Graaf (21/04/2009) in het kader van het Dokter Siebingajaar.