Dorpsatlas #6 – Aarde met waarde

Veel meer dan nu was grondbezit in het verleden hét teken van rijkdom. In de 19e eeuw was het vooral overheersende landbouwsector die de Friese aarde waarde gaf. In Dorpsatlas #5 over de HISGIS werd al genoemd dat het Kadaster vanaf het begin van die eeuw het grondbezit systematisch begon bij te houden, met als voornaamste reden het innen van grondbelastingen. De te betalen belasting per hectare was niet variabel, maar werd in 1832 voor onbepaalde tijd vastgesteld op basis van de verwachte opbrengst per hectare voor één jaar, welke kon variëren tussen de 1 en 100 gulden. Grondeigenaren betaalden belasting gebaseerd op deze inschatting in plaats van conform de daadwerkelijke opbrengst. Onderstaande kaart laat de verwachte opbrengst per hectare in Opeinde en de wijde omgeving zien.

dd

Verwachte opbrengst per hectare (1832) in Opeinde en omstreken. Het toenmalige Opeinde ligt in de groene ruit. Geel is 1 gulden, groen 3-10 en de blauwtinten zijn 13-25 gulden. Het grijs bij Drachten staat voor 25-35 gulden. Klikken is vergroten; bron: Hisgis.

Wanneer is grond waardevol? De belangrijkste factor is het grondgebruik: bouwgrond levert in het algemeen meer op dan weiland, weiland meer dan hooiland en hooiland meer dan heide. Vergelijk de kaart met die van de vorige dorpsatlas en constateer het zelf. Op de kaart vallen de heidegronden bij De Tike, Sumarreheide, Boelenslaan, Houtigehage en De Legauke op. Ook nattere hooilanden, zoals tussen Oudega en Drachten, zijn relatief laag in opbrengst. Veel lucratiever zijn de intensiever gebruikte, veelal droge zandgronden waarop de bewonerslinten liggen. In Opeinde zijn de percelen aan de Kommisjewei hiervan het voorbeeld. Op Fries schaalniveau spelen de hele Wâlden overigens tweede viool: veruit het beste en dus hoogst belast zijn de kleigronden in het noordoosten van de provincie.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.